zaterdag 22 juli 2017

Weekje zomerfeesten


'Zeg, ben jij cultuurverslaafd of zo?', vroeg een vriendin mij gisteren toen ik vertelde welke voorstellingen ik allemaal bezocht had tijdens de zomerfeesten.

Het leek er warempel wel op....

Elke dag minstens een lezing, bandjesbezoek of voorstelling en liefst alle drie. Tja, als het zó voor het grijpen ligt gedurende een week, dan kan ik er bijna niet niet heengaan. Bovendien had ik vakantie en het was mooi weer.

Zo bezocht ik zaterdag een lezing/ voorstelling van Herman Brusselmans, zondag een lezing van Özcan Akyol en optreden van Jules Deelder, maandag een lezing van René ten Bos, dinsdag een optreden van Bökkers, woensdag Katinka Polderman en Donnerwetter, donderdag Ronald (alfabet en woordgrapjeskunstenaar) Snijders en vrijdag Old Gansters never die en Julian Sas.

Tussendoor lekker eten in de stad, borrelen op het rivierstrand met straattheater, dansen bij de Platenbus, Loco Loco Discoshow en OZO: het leek warempel wel een geheel verzorgde vakantie! En alles op het fietsje te bereiken.

Ik zeg: volgend jaar weer!


donderdag 20 juli 2017

Ten Bos in de kerk

René ten Bos in de peinspose

Een goed idee van de bibliotheek om René ten Bos uit te nodigen voor een lezing; hij kan goed vertellen en onderzoekt interessante thema's, zoals ik al eerder schreef.

Ook zelfonderzoek schuwt hij niet; hij observeert wat er met hem gebeurt nu hij denker des vaderlands is. Het meest in het oog springend vind hij dat overal zijn beeltenis verschijnt, waardoor hij een ander soort relatie met zijn gezicht krijgt, verwrongener.

Iedereen verwacht trouwens dat hij de hele dag denkt. Maar hij denkt echt niet de hele dag (en zijn kinderen zijn daar maar wát blij mee, bekende hij). En hij word constant gebeld om zijn mening over iets te geven, bijvoorbeeld het plasincident rondom Patricia Paay. Maar daar hééft hij helemaal geen mening over, tenminste niet een andere dan wij, het publiek.

Wat mensen niet altijd snappen is dat de filosofie ook helemaal geen meningenfabriek is. De filosofie is juist op zoek naar de paradox en stelt liever de goede vragen om boven het niveau van de mening uit te stijgen. Paradox betekent ook letterlijk 'tegen de mening' (para is tegen en doxa is mening).


De hoofdthema's uit zijn werk zijn transparantie en ecologie. Zijn proefschrift ging over managementgoeroes, waaronder Trump (toen al bekend, maar nog niet zoals nu, en in een andere functie). De invloed van managementgoeroes op managers is bijzonder groot. Managers hebben namelijk niet echt een professionele identiteit en zoeken dus houvast. Die vinden ze in de managementtheorieën zoals die van Trump (toen die nog 'gewoon' manager was). In een ander interview met hem las ik dat de invloed van met name de Angelsaksische managementtheorieën hier ontzettend gegroeid is, onder andere omdat de managers van tegenwoordig geen Frans of Duits meer lezen, terwijl de managementtheorieën die in die talen geschreven worden/ zijn, vaak beter toepasbaar op Europese bedrijven zijn.

Hij onderzoekt ook hoe Trump z'n (management)ideeën nu op de politiek loslaat. Interessant, want politiek is een andere business dan het zakenleven, maar er zijn ook parallellen, ondanks dat politiek voornamelijk over in- en uitsluiting (van groepen) gaat; in het zakenleven is iedereen juist welkom - als consument!

Ondertussen is het verkopen van boeken en lezingen over managementtheorieën een hele industrie geworden. De belangrijkste stroming is die van volgelingen van Carl Schmitt, die ook een belangrijke inspiratiebron voor ....Adolf Hitler was.
Graag leest Ten Bos dit soort geschriften niet, maar ja, you have to read the enemy om je eigen standpunten nog helderder te krijgen (en munitie te verzamelen).

Als filosoof ergert hij zich natuurlijk enorm aan de 'alternative facts' en versimpeling van ingewikkelde problemen. Een interessante tijd dus voor deze man, met een overvloed aan hyperobjecten en hypokritiek. Jazeker, mensen, ik heb een paar nieuwe woorden geleerd, en dat op de maandagmiddag tijdens de Vierdaagse/ zomerfeesten.

Laat dat wandelen maar aan anderen over. Voorlopig.

maandag 17 juli 2017

Zomerfeesten nu al groot succes


De Vierdaagse is nog niet begonnen, maar de zomerfeesten zijn wat mij betreft nu al een groot succes. Dat komt voornamelijk door het sympathieke Festival op ´t Eiland aan de Lentse kant van Nijmegen, sowieso de leukste kant natuurlijk.


Het begon zaterdag al met een optreden van Herman Brusselmans. De meningen over de man verschillen, maar ik blijf hem onweerstaanbaar grappig vinden, zo heerlijk zichzelf met z´n wapperende haren, sterk gekruide meningen en Belgische accent. Hij had eigenlijk drummer willen worden, bekende hij, maar dat was hopeloos mislukt; de wilde haren uit zijn bandjestijd heeft hij echter altijd gehouden. De humor ook, evenals zijn werkkracht.

Andere schrijvers vindt hij maar halfzachten, omdat het ze vaak niet eens lukt om ook maar een boek per jaar uit te brengen; zelf brengt hij er minstens twee per jaar uit. Evenals een ontelbare hoeveelheid columns, de verhalen die hij voordraagt nog niet meegerekend. Dat doet hij even tussendoor, net als de grote hoeveelheid televisieoptredens. En vrouwen, tegenwoordig. Voorheen was dát alleen Tania. We kennen het vervolg.


Een schrijver/ dichter/ performer die nog wel drumt, is Jules Deelder. Ook al zo'n portret. Wat een tempo heeft die man! Op die leeftijd! Ik heb het even gegoogeld, maar hij is gewoon al 73 jaar oud. En maar doorgaan!

Alfabetisch gezien
staat alles voor niets
Adam voor Eva en
auto voor fiets
Hel komt voor hemel
Duivel voor god
Haat staat voor liefde
Sleutel voor slot
Dood komt voor leven
Donker voor licht
Zes staat voor zeven
Maan komt voor zon
Dicht staat voor open
Ledig voor vol
Beneden voor boven
en tegen voor voor

Ach, BN´er, vertrouwde hij me toe, toen ik even een foto met hem mocht maken, dat klinkt toch als een ziekte, net als TBC´er.

True.


Degene die hard op weg is een BNner te worden, is Özcan Akyol. Hij trad op in de Stevenskerk. Of beter gezegd, vertelde er zijn levensverhaal. In drie kwartier, in grote lijnen het verhaal dat hij ook al in zijn boeken heeft verteld. Hij vermeed politiek en er mochten ook geen vragen gesteld worden na afloop. Dit ondanks dat er weinig Turken in de zaal waren.

Wél signeerde hij na afloop. Daar kon ik nog even een gesprekje met hem voeren. Ik vroeg hem of hij het plaatsje Epse kende, waar ik m'n puberteit heb doorgebracht en mijn ouders nu nog wonen. 'Maar natuurlijk! Ik heb wel eens rondgekeken of ik daar een huis kon kopen. Kom je uit het Epserbos?'
'Nee, zie ik er uit als een kakker dan? Mijn moeder had daar een bloemenwinkel. Ik heb trouwens in Deventer op school gezeten.'
Dat vond hij allemaal wel amusant geloof ik. Hij signeerde tenminste met de tekst: 'Voor Monique, uit Epse!' Alsof het een curiositeit betrof.

En zo blijft je verleden je achtervolgen.

vrijdag 7 juli 2017

Weblog over de oudheid met veel inscriptiemateriaal



Kijk, dat vind ik nou eens een leuk: een nieuw weblog met klassieke dingetjes, waaronder bijvoorbeeld een nu al mooie rijkdom aan vertalingen en inscripties met vertalingen en lesmateriaal eromheen. Het heet Legenda en is de lucht in gebracht door classica Silvia de Wild, die ook vertaalster is. En leuke koppen bedenken kan.


Hier bijvoorbeeld een inscriptie bij het graf van een hond, Parel geheten:
Gallië heeft me voortgebracht, een schelp uit de rijke zee/ gaf mij mijn naam, een naam die past bij mijn uiterlijk./ Ik was niet bang uitgevallen; zodoende had ik geleerd om onbekende wouden te doorkruisen en in de heuvels op ruigbehaarde zwijnen te jagen./ Nooit hoefde ik zware ketens te dragen,/ evenmin werd mijn glanzend witte lijf ooit wreed geslagen met een zweep./ Ik was gewend op de zachte schoot mijn baas en bazin te liggen/ en als ik moe was, mocht ik slapen op een opgemaakt matras./ Ik sprak vaker dan was toegestaan met mijn zachte hondenklank:/ niemand was bang voor mijn geblaf./ Maar nu ben ik dood na een lijdensweg bij de geboorte van mijn pups./ Onder een kleine marmeren steen lig ik begraven./ Parel.
Schattig toch?

Of deze voor Eucharis, actrice, danseres, kindster:
Eucharis, de vrijgelatene van Licina,
een talentvol (geschoold) meisje, getraind in alle vormen van kunst. Ze werd 14 jaar. 
Hé, jij daar, loerend bij de huizen van de dood,
sta even stil en lees mijn grafschrift eens goed door,
de liefde van een vader schonk dit aan zijn kind,
daar waar mijn overblijfselen geborgen zijn.
Vanaf mijn vroegste jeugd had ik talent voor kunst,
maar toen ik ouder werd en steeds meer roem verwierf,
kwam het bedroefde doodsuur dichterbij, te snel,
en heeft een verder leven ademtocht ontzegd.
Geschoold, getraind als door een Muzenhand was ik,
die pas nog dure feesten kleurde met mijn dans
en als actrice debuteerde op toneel.
Zie, hier in dit graf: de as van ons lichaam;
gehate Parcen zetten mij hier zingend bij!
Mijn mentor’s goedheid, zorgen, liefde, lof, haar trots
verstommen, zwijgen nu ik dood ben en verast.
Ik, dochter, liet mijn vader niets dan tranen na;
zijn nageslacht ging hem voor in de dag des doods.
Veertien verjaardagsfeesten neem ik met me mee,
voor eeuwig trots bezit in somber schimmenrijk.
Dit vraag ik nog: zeg voor je verder gaat ‘Rust zacht!’
Aardig inkijkje in de klassieke (inscriptie)wereld.
Ik hoop dat er nog vele volgen!

zondag 2 juli 2017

Sssst


Stiltecoupés zijn heerlijk om in te vertoeven. Als het er echt stil is, om lekker rustig te kunnen lezen of werken (dat heeft mijn voorkeur) en als het er niet stil is, om te observeren hoe mensen op die niet-stilte reageren.

Soms verdenk ik de NS ervan dat ze samen met wetenschappers een sociaal experiment aan het uitvoeren zijn, dat er camera's hangen en dat ze het gedrag van mensen in een situatie waarbij de regels in overleg moeten worden nageleefd bestuderen. Niet iedereen snapt het concept immers, en héél duidelijk staat het (expres?) ook allemaal niet aangegeven.
Hoe hard vecht de mens voor zijn behoefte aan stilte en hoe hardnekkig zijn de stilteverstoorders precies?

Afgelopen week week zat ik met een vriendin - zij is ook stiltecoupéfan - in een niet-stiltecoupé. De bovenste helft van de coupé was stilte, dat hadden we al geconstateerd, vandaar dat we beneden waren gaan zitten, want we wilden gezellig bijpraten.

Alleen was er een jonge, Elsevierlezende vrouw, die daar anders over dacht. 'Ssssst, het is hier een stiltecoupé!', beet ze ons toe.
'Sorry mevrouw, maar het is hier geen stiltecoupé, die is boven. Misschien dat u daar kunt gaan zitten.'
'Het is hier wel een stiltecoupé'.
'Nee hoor, er staat geen silence op de ramen, kijk maar.'

Wij als stiltecoupé-experts wisten dat we gelijk hadden, dus we negeerden de jonge Elseviermevrouw verder.

'Ik vraag het niet nog een keer! Jullie kletsen gewoon door. Wat een onbeleefdheid!'
'Mevrouw, nogmaals, het ís hier geen stiltecoupé.'
'Dan vragen we het aan de conducteur.'
'Prima, als die langskomt.'
Die kwam natuurlijk niet langs.

'En nú ben ik het zat!', zei de vrouw.
'Wij ook', zeiden wij. 'Fijne dag nog verder, wij gaan ergens anders zitten; we hopen dat u van uw tijdschrift geniet.'

Soms is het beter om je op te offeren als je je dag niet wilt laten verpesten door een per se-gelijk-willende-hebben-onsympathieke-rotmevrouw. Zeker als je in een leuk gesprek zit.

We vroegen ons nog wel af of de mevrouw niet een door de NS of wetenschappers ingehuurde actrice was en ze haar rol extra zuur had ingezet.

Wie weet.

We zagen haar later in de stationshal nog in de rij voor de geldautomaat staan. Ze zag er niet gelukkig uit. We hadden geen medelijden.