woensdag 26 augustus 2015

Baetulo


Pas een paar dagen voor ons vertrek kwam ik er achter dat er in Badalona (zie vorige bericht) een Romeins museum is. Sterker nog, dat Badalona vroeger een Romeinse stad was: Baetulo.

Natuurlijk kon ik het niet laten een bezoek aan het museum te brengen. En voorwaar, het museum viel niet tegen. In opzet deed het een beetje denken aan de Basilica Cisterne in Istanbul waar ik twee jaar geleden was; dat komt waarschijnlijk door de bruggen die over de resten heenlopen.

Ik was de enige bezoeker in het museum, maar toch voelde ik me niet alleen. Dat kwam door de geluidsbeleving die men had toegevoegd. Verschillende geluiden in verschillende delen van het museum: geluid van water op de brug over de resten van de thermen, marktgeluiden bij de winkeltjes, dierengeluiden bij de veemarkt etc. De dialogen waren in het Latijn.



Wel jammer dat de bijbehorende tuin van Quintus Licinius en het huis van de dolfijnen net verbouwd werden. Want die had ik natuurlijk graag willen zien. Dat ze gesloten waren had ik overigens wel begrepen van de meneer aan de balie, maar waarom en hoe lang kon hij mij niet duidelijk maken omdat hij geen Engels sprak en ik geen Spaans.

Gelukkig had de receptionist van ons appartementencomplex het met mij te doen (en wilde hij de informatie ontfutselen voor de rest van zijn klanten). Hij belde de baliemedewerker van het museum en die vertelde hem in vloeiend Spaans (en de receptionist mij weer in gebrekkig Engels), dat de tuin en het huis momenteel gerenoveerd werden en in september pas weer opengingen. Als ik mijn toegangskaartje voor het museum zou bewaren, zou ik er gratis in mogen, ook over een jaar nog.

Tja, nu moet ik dus volgend jaar terug.

zondag 23 augustus 2015

Het Badaolonaparadijs


Onze dochter wilde dit jaar per se een strandvakantie. Want we hadden de laatste paar jaar naar haar mening al te veel stedentrips gedaan; ze vond het echter geen bezwaar dat we in de buurt van een stad zouden verblijven. Een dagje stad en cultuur kon er nog wel van af.

Dus kwamen we terecht in Badalona. En wat een fantastische keuze bleek dat te zijn! Een heerlijk zandstrand, azuurblauwe zee, boulevard met palmbomen en bankjes. Veel bankjes. Die 's avonds vooral bezet waren door lieve bejaarden met kleine hondjes die de dag doornamen. Heerlijk om tussendoor te flaneren. Zo moet het 100 jaar geleden ook geweest zijn.

Er waren weinig toeristen - geen Nederlander gezien! Alles gebeurde in de grootste gemoedelijkheid, de meeste mensen kenden er niet eens Engels - wat zou je je druk maken?
En dat op 10 kilometer afstand van Barcelona, waar het loeidruk was. Ik kan de Barcelonezen die hun stad terug willen absoluut begrijpen. Want het is een prachtige, kleurrijke stad, fraai aan zee en tussen de bergen gelegen. We hebben ons bezoek beperkt tot de Ramblas, waar we gillend van ellende eigenlijk meteen weer vandaan wilden wegrennen en Park Güell, waar gelukkig nog enige rust was te bespeuren; genieten dus.

En aangezien we nog een metrokaartje overhadden, ben ik de volgende dag nog even teruggegaan voor de Sagrada Familia, maar de tickets daarvoor waren uitverkocht. Geen ramp gezien het gedrang dat er evengoed was, dus ook binnen zou zijn. Maar eens terugkomen op een wat rustiger tijdstip, buiten het seizoen.

Nee, dan de Rambla in Badalona. Heerlijk rustig winkelen, veel bekende merken, maar ook veel boetiekjes, niet te duur. Daarna in vijf minuten naar het strand lopen, sangriaatje of mojitootje drinken, een duik in de zee, naar de joggende, surfende, zonnende en mountainbikende jeugd kijken. Boekje lezen, bruin worden, tapas eten.


Mijn dochter had gelijk. Soms is een strandvakantie best fijn. Zeker in de buurt van een stad.

zaterdag 8 augustus 2015

Vijgen


De opwarming van de aarde heeft zo z´n voordelen. Bijvoorbeeld dat exotische planten het ineens blijken te doen in onze tuin. Neem nou de oleander die dit jaar zo welig staat te tieren, of de vijgenboom die vorig jaar nog maar drie vijgen gaf, maar ons jaar al tientallen vruchten heeft geschonken.

Heerlijk, ik waan me in m´n eigen tuin in een mediterraan land.

En ik herinner mij prompt het Griekse woord voor vijg, sykon, en dat we het in de Griekse les op de middelbare school een keer over sykofanten (vijgentoonders) hadden. Vijgentoonders waren mensen die andere mensen vals beschuldigden van een misdaad. De term zou ontstaan zijn doordat vijgen uit Attica op een gegeven moment niet uitgevoerd mochten worden. Maar er natuurlijk toch mensen waren die dit deden. En er waren uiteraard ook mensen die die mensen aangaven, want zo zijn mensen eenmaal, ongeacht de tijd of streek waarin we leven.

Mijn man doet de vijg eerder denken aan zijn eigen vaderland en hoe zijn opa een vijgenboom in de tuin had, waar je zo heerlijk beschaduwd onder kon zitten. De vruchten in onze tuin smaken volgens hem precies zoals die uit Iran - en dat is de eerste vrucht waar hij dat van zegt (de rest van het fruit hier is allemaal minder zoet, minder vol van smaak, anders....). Geen wonder dat de boom in veel culturen als een heilige boom wordt vereerd.

Dat ze lekker zijn, dat staat inderdaad buiten kijf, hoewel de vijg - en in het bijzonder de bladeren ervan - in de bijbel vooral met zonde wordt geassocieerd. En dat is des te hilarischer gezien het feit dat de vijgenboom bij de Romeinen vooral werd vereerd als symbool van de vrouw omdat de hartvormige bladeren op vagina's zouden lijken.

En zo rijgen de vijgenverhalen zich aaneen.

Kom er een keer een eten; ik zal je niet aanklagen....