Altijd fijn als Apple met je meedenkt....
Verba volant scripta manent
Als je voor een wat grotere operatie in het ziekenhuis terechtkomt, krijg je op een gegeven moment kamergenoten. Ik nu dus ook weer. Had ik er de vorige keer nog één, dit keer maar liefst drie. En ze waren niet eens allemaal aan hun heup geopereerd!
Eentje wel, de vrolijke Miep van 91, die door een onfortuinlijke val een heup gebroken had. De prothese welteverstaan, want ze had al twee kunstheupen. Hmmm, niet fijn om te weten dat die ook kunnen breken...
Verder werd de kamer bevolkt door een eveneens vrolijke man van rond de vijftig, die zijn enkel gebroken had. Hij hield van voetbal en zong veel. Praten deed hij ook graag; hij had een bewogen leven gehad.
En dan was er nog een jongeman van rond de dertig, die een infectie had opgelopen toen ze zijn schouder opereerden - in het najaar, een half jaar geleden nota bene!
Gelukkig ben ik geen pessimist, maar je zou er wanhopig van kunnen worden als je zo om je heen ziet wat er allemaal mis kan gaan bij zo'n operatie. Vooral toen er de tweede dag in de plaats van de vrolijke vijftiger een man werd binnengereden wiens heup enkele dagen daarvoor was geopereerd waarbij een wondlek was ontstaan; de operatie moest over....
Maar als je je daar even niet zo druk over maakt, kun je veel plezier beleven aan je kamergenoten. Heerlijk om de mannen zo enthousiast te zien worden van de halve bekerfinale die NEC toch maar mooi won. Alle pijnen en pijntjes waren prompt vergeten en iedereen viel tevreden in slaap na die wedstrijd met gratis commentaar.
De volgende dag vertrok na de vrolijke vijftiger ook de coole dertiger; hij had een boodschap voor ons, de dames. Dat hij zo onder de indruk was van ons geweest, dat wij niet de hele nacht gekermd hadden van de pijn. De heren die vóór ons in de kamer hadden gelegen en ook een heupoperatie hadden gehad, hadden dat namelijk wel gedaan.
Zo. Die konden we in onze zak steken. Of is dat een raar woord in dit verband?
Het is deze week Open Education Week en Nederland zal dat weten ook! Op alle universiteiten, hogescholen en MBO's (van middelbare scholen weet ik het eigenlijk niet) worden activiteiten georganiseerd.
Dit jaar hebben wij als Open Education Team op de Radboud niet heel veel activiteiten ontplooid (onder andere omdat ik weer onder het mes moest, nu voor de andere heup) maar een verzoek aan het onafhankelijk magazine van de Radboud Universiteit om deze week aandacht aan dit belangrijke thema te besteden resulteerde in een interview met collega Jeroen Bos en mij.
Misschien dat dat uiteindelijk nog wel meer aandacht genereert dan ons fysieke standje van vorig jaar!
Sinds vorig jaar is de ENOEL (European Network of Open Educational Libraries) begonnen met het geven van online workshops. De eerste drie gingen over het maken van open textbooks, en deze workshop was een inleiding in open educational resources. Hij werd gegeven door Marta Bustillo, de digital learning librarian van het University College in Dublin.
Marta heeft al eerder bij de ENOEL opgetreden bij de serie Under the Spotlight, waarin ze zich voorstelt en vertelt hoe ze op het pad van open education is gekomen.
Uiteraard begon ze deze 'workshop voor beginners' met het opnoemen en uitleggen van de 5 R's van David Wiley ('de bijbel van de open educational resources'). Vervolgens ging ze in op hoe je OER-librarian kunt worden. Zij onderscheidt hierbij vier manieren waarop je kunt bijdragen (en raadt aan in het kader daarvan ook deze infographic te bekijken):
1. het vindbaar maken van OER (door het te metadateren en op te nemen in bibliotheekcatalogi)
2. het maken van OER (bijvoorbeeld op het gebied van informatie- of digitale vaardigheden)
3. het faciliteren van docenten (ondersteuning bieden aan docenten bij het maken of hergebruiken van OER)
4. het werken aan de bewustwording en verspreiding van OER op je instelling (bij docenten, maar vooral ook bij beleidsmakers etc.)
Bij het maken van OER had ze de volgende tips: kijk eens op deze websites: Creating OER – OER and OEP for Teaching and Learning en het UDL framework. Als je samen aan OERs werkt (cocreatie) krijg je betere resultaten: experts kunnen elkaar aanvullen. Let dan wel op de balans in de groep. Wat helemaal een goed idee is: werk samen met studenten aan onderwijsmateriaal; zij weten beter wat de jongvolwassene nodig heeft of aanspreekt. Let op er bij het creëren van OER-materialen ook op dat je geen propriëtaire software (zoals bijvoorbeeld Article Rise of H5P) gebruikt, omdat die niet te naar eigen behoefte is aan te passen door anderen die er geen licentie op hebben.
Welk platform kies je als je gaat publiceren? Goede voorbeelden zijn volgens haar:
- Zenodo
- Humanities Commons
- OER Commons
Ter illustratie noemde ze een voorbeeld van een Open Educational Resource die ze samen met studenten bij de University College in Dublin (UCD) ontwikkeld heeft en heel goed her te gebruiken is: Monitoring your online identity.
Momenteel werkt ze aan een online cursus digital skills for succes in the workplace; deze zal naar verwachting in februari klaar zijn.
Het openbaar maken van online modules die je in Brightspace of Canvas gemaak hebt, kun je ook publiceren in een 'commons part'.
Voor een overzichtelijke site op het gebied van copyright wees ze op een onderdeel van de mooie OER Toolkit van de zogenaamde White Rose Libraries (Sheffield, Leeds en York): Creatieve Commons licences. Een goed bruikbare website is ook de recommended practices for attribution van de creative commons wiki.
Ze eindigde met een Padlet van mooie OER-bronnen die we mochten aanvullen en natuurlijk heeft de Nederlandse delegatie die bij de workshop aanwezig was Neerlands trots edusources aan die collectie toegevoegd.
Een goed bestede anderhalf uur, ook als je denkt dat je ALLES al weet op het gebied van open educational resources en practices; het is weer even de puntjes op de i zetten.
De opname vind je hier en de powerpoint met alle links hier.
De planning voor de volgende OER workshops (onder voorbehoud):
WS#5 Embrace the Open: Searching for/finding OER (7 MAR 2024) with Evi Tramanza and Kathryn Briggs (+ LIBER WG member as a guest?)
WS#6 Embrace the Open: (Re-)using and Creating OER (19 MAR 24) with Zuzana StozickaAls classica en winterzwemster kon ik het natuurlijk niet laten: een nieuwjaarsduik in het pop-up Romeinse bad op de Grote markt in Nijmegen.
Naast de belofte van een frisse duik in een Romeinse omgeving was ik ook gelokt door de toezegging dat de eerste 300 deelnemers een muts zouden krijgen en kans zouden maken op één van de 20 badslippers of 25 vrijkaarten voor een ontspannen dagje uit bij Sanadome. Wie wil dat nou niet?
Dus ondanks de regen hing ik op nieuwjaardag om half twaalf 's ochtends snel mijn kleren aan de kapstok bij het Romeinse bad en plonste ik heerlijk het verfrissende water in. De temperatuur van het water viel me niet tegen: een makkie. "Waar kan ik nu mijn muts halen?" vroeg ik de man in Romeinse kledij, toen ik me weer in mijn kleren had gehesen.
"Daarboven, op de eerste verdieping van de Waag; je kunt gewoon de buitentrap gebruiken. Er is ook een omkleedruimte daar."
En inderdaad, daar kreeg ik mijn mooie blauwe Winterwekenmuts. "En hoe maak ik nu kans op de badslippers of Sanadomebon?"
"Daarvoor moet je muntjes voor opduiken in het Romeinse bad."
"Maar daar kom ik net uit!"
Wat bleek nou? Ik had me bij de Waag moeten omkleden en daar de instructies vooraf moeten krijgen.
Hmmm, kleine domper op het feestje; ondanks mijn enthousiaste stemming voelde ik er weinig voor om nóg een keer het koude water in te duiken. Dan maar geen bon(us).
Carpe annum!
Een mooie en duidelijke presentatie op de ECIL was die van Ellen Nierenberg, die haar PhD deed in Tromsø (Noorwegen). Via Facebook (sinds onze Erasmusuitwisseling naar die stad) zijn we namelijk vrienden) had ik er al iets van meegekregen - ze hield een weblog bij over haar onderzoekservaringen en deelde haar posts daar - maar ik was natuurlijk weer te lui om de dissertatie in z'n geheel te lezen.
Voordat zij aan haar proefschrift begonnen was, wist ze al dat ze niet tevreden was met de vigerende definitie van informatievaardigheden; ze vond dat er een aspect miste, namelijk het gevoel/ de emotie bij het zoeken naar en beoordelen van informatie. Zij vindt dat het moet gaan om de trits kennis, vaardigheden en houdingen (met andere woorden weten, doen en voelen).
Tevens was ze niet tevreden met de bestaande meetmethoden, dus ook die heeft ze zelf ontwikkeld. Ze heeft vragenlijsten uitgestuurd met als belangrijke factor interesse, omdat dat een belangrijke indicator is voor de 'leerzin' en dus het succes van de cursussen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt namelijk dat hoe gemotiveerder de student is, des te meer de interesse in de stof blijft bestaan, onafhankelijk van de situatie.
De groei of afname in de loop van de jaren van de verschillende aspecten die ze onderscheiden heeft (weten, doen en voelen) heeft ze ook gemeten. De conclusie was dat er zowel bij alle aspecten afzonderlijk als ten opzichte van elkaar groei waarneembaar was en dat de aspecten tevens steeds meer in elkaar grepen. Dat proces heet transformatief leren (de transformatie gebeurt in de steeds groter wordende overlap van de verschillende aspecten).
In de latere fase van haar onderzoek heeft ze ook het aspect 'kritische reflectie op jezelf' toegevoegd: 'voel je je nog dezelfde persoon als vóórdat je deze kennis had verworven?' Daarbij doelde ze onder andere op vertrouwen, wat immers ook een gevoel is.
Eén van de vragen bij deze vragenlijst was of het ook een kwestie van leven of dood zou kunnen zijn of je deze kennis (de informatievaardigheden dus) bezit en het antwoord was verrassend vaak: ja!
Benieuwd geworden? Lees hier haar thesis.